Opa Robert Dauvissat brengt in 1931 als eerste wijnboer in Chablis zijn eigen wijn op fles. Papa René, een levende (edoch stille…) legende, bezorgt de ouderwets op kleine vaatjes opgevoede chablis wereldfaam. In 1985 waren we er voor het eerst….
Samen met zoon Vincent (1957) breidt René het domein uit tot een kleine 11 ha. Twee Grands Crus (Les Preuses en Les Clos) en vier Premiers Crus (Sechets, Vaillons , La Forest en (sinds 2013) Montée de Tonnerre. Daarbij een perceel ‘gewone’ Chablis vlakbij 1er cru La Forest en een kleine akker pinot noir in Irancy (eerste oogst 2003). Vincent werkt (niet gecertificeerd) biodynamisch. Deze icoonwijnen avant la lettre zijn archetypes van echte chablis die bij het rijpen (3 à 5 jaar minimaal!) naar humus, paddestoelen, verse boter, honing, mineralen gaan geuren en smaken, waarbij de afdronk met het jaar langer lijkt te worden. tot aan het oneindige toe. En altijd met die opwekkende fraîcheur in de finale. Ook lijken ze – hoe kan het anders – op hun maker: introvert, weinig spraakzaam bij eerste kennismaking…. Vanaf 2010 werken ook dochter Etiennette en zoon Gislain op het domein, de toekomst lijkt verzekerd.
Anno 2023 baalt Vincent (66 nu) een beetje van al die aandacht, interviews, fotosessies, dagelijkse mails met proefverzoek of smeekbede om wijn. Kan zich ook druk maken over internetcowboys die zijn chablis voor schaamteloze prijzen doorverkopen… Begin 2022 proefden we ouderwets aan de keukentafel op fles vroege oogst 2020 en van het vat verontrustend kleine 2021….
De grands crus, twee ware aristocraten, komen van respectievelijk 1.7 ha (Les Clos) en 1 ha (Les Preuses). De meeste aanplant dateert uit begin jaren zestig. Sinds Vincent begin jaren negentig samen met (inmiddels ex-)eega Françoise het wijnroer overnam, hebben de wijnen nog aan diepgang, definitie (van terroir), natuurlijkheid en finesse gewonnen, mede door het biodynamisch werken. De oogst ’99 (Marc plukte mee) was een grote maar een goede en getypeerde. En 2000 is misschien wel een legendarische…. In 2001 lagen de weergoden dwars, regen tijdens de oogst, een zeer strenge druivenselectie was noodzakelijk. Op het veld, niet in de kelder, dan is het al te laat, aldus Vincent, tijdens ons bezoek januari 2003. Stijl 2001 is relatief rijk en open, maar heeft niet de diepgang en het bewaarpotentieel van 2000. Daarna komt 2002, dat is weer een echt kelderjaar. Kracht, concentratie, fiere zuren en een mooie definitie van de verschillende terroirs typeren de wijnen.
2003 is getypeerd door jaar (zon!) en terroir (concentratie), 2004 lijkt meer op 2000, open, getypeerd en evenwichtig. Rijke wijnen in 2005. In 2006 toegankelijke, bijna iets te mollige wijnen. In 2007 juist weer strak en mineralig, niet voor jonge consumptie. En 2008? Het mineralige van 2007, met vet en rijkdom van 2006. Ook kelderwijnen. 2008 is weer klassiek, maar rijper dan 2007. En 2009? Rijpe, rijke (maar niet té) wijnen à la 1989. En 2010 is meest complete jaar wat we ooit bij hem hebben geproefd. Bewaarwijnen, maar dat geldt eigenlijk voor alle jaren bij Dauvissat. De recentere jaren zijn eigenlijk allemaal – hoe verschillend ook – eigenlijk allemaal geslaagd, alleen niet qua hoeveelheid, nachtvorst in 2016, 2017 en 2021….
Helaas zijn alle wijnen bijna altijd overtekend nog voor de verschijning van de Nieuwe Wijngids. Net als andere importeurs uit andere landen, cavistes en een reeks sterrenrestaurants in Frankrijk, krijgen wij elk jaar een bepaalde hoeveelheid flessen, afhankelijk van de totale productie van dat jaar. Als u belangstelling heeft voor deze wijnen van een volgend oogstjaar, kunnen we u op een reserveringslijst zetten. Maar -zoals dat ook in de Bourgogne zelf gaat- trouwe, jaarlijkse afnemers, zeg maar de abonnees gaan voor…