Dinsdag na aankomst op vliegveld Calvi in de rode avondschemer half uur slingeren naar L’Île Rousse voor eerste overnachting mét uitzicht op zee en restaurant aan het strand, te laat voor de zonsondergang, geeft niet, die denken we er wel bij. We boffen, 10 oktober en we kunnen nog gewoon op het terras eten. Bij de linguine aux palourdes (venusschelpen) kiezen we van wat het er van de kaart nog leverbaar is (niet veel, einde seizoen) Clos Nicrosi Blanc 2022, een coteaux du cap corse uit het uiterste noorden. Ooit was dit de meest beroemde blanc van Corsica, we proeven waarom: ouderwetse concentratie van ongetwijfeld oude stokken, iets te veilig veel sulfiet, maar kracht, lengte en mineraliteit. Véél te jong, meer een bewaarwijn, zo klassiek als zijn etiket.
De vrije woensdagochtend slenteren we door het mooie oude, ’s zomers uitpuilende L’Île-Rousse (rood eiland) met leuke overdekte markt als een oude tempel op grote zuilen, daterend uit midden 19e eeuw aan het centrale Place Paoli, genoemd naar de stichter van de stad. Opeens zien we waarom dit toch echt Frankrijk is en niet Italië: de platanen! Die zijn er ooit op instigatie van neef Napoleon (III?) overal op Corsica aangeplant om voor schaduw te zorgen. Maar als je door de smalle straatjes met bont gekleurde hoge huizen dwaalt waan je je toch eerder in Ligurië. We vinden bij toeval in een toeristenwinkeltje diezelfde Clos Nicrosi, maar dan de 2010. We wagen de gok voor negentien euro. Daarna (Marc) een duik in de nog zomers warme turquoise méditerrané gevolgd door une salade caesar, en we gaan verder noordwaarts voor bezoek aan Muriel Giudicelli in Patrimonio, betekent 70 minuten haarspeldbochten voor nog geen 50km. Maar mooi is het wel, de weg meandert langs en boven het natuurreservaat Désert des Agriates, waar we morgen moeten zijn om bij broer en zus Giacometti te proeven. Bij aankomst in Patrimonio tikken we eerst even ‘ons’ hotel U Lustincone aan – we behoren inmiddels tot de habitués – lekker basic, immer opgewekte eigenaresse Sandra heeft speciaal voor ons nu een (wijn)ijskastje in de kamer gezet.
De caveau van de (kleine) grande dame de Patrimonio Muriel Giudicelli en partner Stephane ligt in het dorp zelf, de cave waar de wijnen worden gemaakt en opgevoed verderop in de wijngaarden. Eerst maar eens vragen hoe oogst 2023 was: ze is tevreden, het was een race tegen de klok want de suiker- (dus potentiële alcohol-)gehaltes stegen razendsnel. In tien dagen (15-24 augustus) was de spoedklus geklaard. We proeven van fles o.a. haar fameuze Patrimonio Blanc 2022 (vermentinu), volgens Muriel un millésime plus pulpi avec plus de chair que 2021 et 2020. Wat ronder, meer gevuld dus. Fijn mineraal, floraal, aristocratisch, en omdat de ovalen Stockinger-vaten steeds ouder worden, minder hout getypeerd dan voorheen. Prachtig! Ook de Blanc de Noirs 2022 (70% oude grenache, 10% sciaccarellu, 20% vermentinu) is een toonbeeld van verfijning, kruidiger en volumineuzer. Nieuw is Luna Nera 2022 een assemblage van 70% vermentinu en 30% genovese op amfora vergist en gerijpt: grote wijn, subtiel, compact, ingehouden explosief, kost ook wat: € 60,- particulier, en dan hebben ze op Corsica niet eens BTW op wijn… We laten een doosje meekomen, kunnen we de wijn beetje leren kennen. Voordat we aan serie al dan niet gemuteerde muscat de cap corse gaan, eerst de Patrimonio Rouge 2020. Wát een wijn, wat een progressie (geen nieuw hout, vergisting niet meer boven de 25 graden), verfijning, elegantie, vitaal, compact zwart fruit, zuren en tannines perfect geïntegreerd. Pet af.
Donderdag: op naar Le Désert des Agriates, de woeste, onherbergzame, honderd jaar vergeten strook land ten zuiden van Saint-Florent, ooit de groente, fruit- en graanschuur van Genua en later voor de Corsicanen zelf tot bosbranden het gebied voor jaren tot een woestenij maakten waarna de maquis (geurig wild struikgewas) vrij spel had om alles te overwoekeren. Altijd wind hier… de libecciu., droog en warm terwijl de zee 800 meter verderop tegen de rotsen klotst. Na half uur in stofwolken hobbelen en bonken (zie filmpje op instagram Vinoblesse) komen we waar pad ophoudt bij de cave van Simon Giacometti (35), zus Sarah (40) zien we later bij de lunch in de tuin van ouderlijk huis 200 meter verderop.
We proeven (bijna) het hele gamma op fles, vooral 2022 en daarna krijgen we een eerste impressie van 2023. De Rouge Sempre Contentu 2022 (100% sciaccarellu) is uitermate verleidelijk, heerlijk fruit (framboosjes, rinse kersjes) met opwekkend pepertje, minder woest dan de 2021 die we nu hebben. Al het rood is hier eigenlijk goed en toegankelijk. Komt vooral door de granietbodem die minder strenge (qua tannines, zuren) wijnen geeft dan de klei/kalk in de rest van Patrimonio. Ook (zie catalogus) Patrimonio Rouge Cru des Agriate 2020 is buitengewoon prettig, monter en doordrinkbaar. De (onze, zo succesvolle) Blanc en Rosé Cru des Agriate 2023 zijn nog niet uitgegist en lastig te beoordelen, voor de zekerheid maken we wel al een reservering. Sarah heeft een fijn elegant déjeuner voor ons gemaakt, wat een luxe om nu nog met 25 graden buiten te kunnen zitten. Genieten.
Eind middag, op loopafstand van hotel naar Antoine-Marie Arena, wiens wijnen door goede collega Olivier Schutte van De Geluksdruif worden geïmporteerd. Anto is jongste telg wijndynastie Arena en heeft sinds 2014 zijn eigen kelder en wijnen. Mooie kerel, gedreven, prettig eigenwijs, openhartig en gastvrij. In 2021 liet hij ons de wijngaarden zien, nu proeven we alleen, onder meer zojuist gebottelde of binnenkort te bottelen 22’s als de fraaie Bianco Gentile en krachtige Patrimonio Blanc Hauts de Cargo (ondanks 4g restsuiker), frisse, puntige Cargo Rouge (morescone met carcaghjolu) en wat al dan niet uitgegiste wijnen uit 2023. Veelbelovend ook de niet gemuteerde fijn oxidatieve Muscat, een assemblage van 2021 en 2022. Om naar uit te kijken.
Vrijdagochtend naar rijzende ster Nicolas Mariotti Bindi van Cantina di Torra bij Oletta. De meest fanatieke van al die fanatieke jonge producenten op Corsica. Denk aan Christophe Peyrus (Clos Marie), Patrick Ducournau (Madiran) indertijd en Thomas Pico (Chablis): perfectionisten in goede zin des woords, altijd nieuwsgierig en experimenterend. Meeste 2023’s (geoogst van 10-30 augustus) zijn al goed te proeven. Zinzinu, de glou-glou van vroeg geplukte vermentinu met 10.5%, in december al te bottelen op literfles, is al hoogst verleidelijk, je ruikt de zee en nat zand… Alone (vermentinu, kalkrijke Lumio-wijngaard) is een ander verhaal: rechte rug, structuur, finesse en lengte. Grote wijn, kostbaar ook. Onze favoriet Mursaglia Blanc 2023 is gistende en heeft nog te veel suiker om goed te kunnen proeven, maar de witte bloemen (acacia?), limoen en mineraliteit zijn er al.
Na het rood 23 (oa fijne Arbore van 70% niellucciu, 30% sciaccarellu), de bijna (november) te bottelen Mursaglia Blanc 2022, wederom gróte witte wijn in spe, net als de Mursaglia Vieillisement Prolongé 2021 (gekonfijt citrusfruit, licht muscaté) die jaar langer sur lie op cementen cuve rijpte. Dan nog drie jaren Mursaglia Rouge (niellucciu) 2021, 2020 en 2019, met het jaar beter en fijner. Dit keer niet lunchen aan de haven van Saint-Florent maar in alle natuurlijke rust bij Le Potager du Nebbio, een biologische oase, een groentetuin met sober maar uiterst sfeervol buitenrestaurant onder de olijfbomen ergens in the middle of knowhere. Niet alles komt uit eigen tuin… de glanzend verse vis en het vlees wordt elke ochtend aangevoerd. Vrouw Julie is er dit keer niet bij, want in Parijs, rechterhand en alleskunner Philippe wel, het eten is fijn, de openhartige uitwisseling zowel zakelijk als privé ook. Hoog tijd dat de Bindi’s een keer naar Nederland komen voor een proeverij…
Zaterdag in half uur de bergen over van west naar oost waar we net als vorig jaar de laatste nacht in Hotel La Corniche, op 360m verscholen in de bossen bij San Martino Di Lota, iets ten noorden van Bastia verblijven. Een familiale, oude, gemoderniseerde herberg, met riant piscine, dito uitzicht over zee, en met een vorig jaar matige maar volgens Bindi dit jaar (andere chef….) geraffineerde keuken met geweldige wijnkaart. We hebben de middag vrij, dus we zoeken het nog even noordelijker op aan de Cap Corse en komen terecht in Erbalunga, een fraai oud vissersdorp met sommige huizen die letterlijk met hun tenen in zee staan, heerlijke lunch – jawel weer onder de platanen – aan laatste tafeltje van restaurant A Piazzetta op plezierig rumoerig terras met zo te horen louter Corsicanen die ook genieten van het zelfs voor hen uitzonderlijk zachte weer. Morgen gaat het weer omslaan, de aanwakkerende wind en onrustige zee zijn er een voorbode van, het kiezel-/rotsenstrand is al verlaten. Niettemin: Marc laat zich de kans op laatste plons van 2023 niet ontnemen, al is het wel oppassen niet op de rotsen gesmeten te worden.
Zondag na bezoek aan vooraf interessant klinkende maar uiteindelijk weinig boeiende Salon du Chocolat op Place Saint-Nicolas in Bastia, nog wat canistrelli (Corsicaanse koekjes) kopen op de markt, een salade aan de haven met een glas vermentinu, vliegen we via Marseille terug naar huis, met dank aan behulpzame, lieve equipe van AirCorse die er voor zorgt dan we in Marseille (overstap van maar 35 minuten) als eersten het vliegtuig uit mogen, terwijl we helemaal achteraan zaten. Volgend jaar weer… maar zoals gezegd ook hoogste tijd om onze Corsicaanse leveranciers naar Nederland te halen. Want wijnen van de toekomst.