Het tweede gedeelte van de Tour de France: Cahors, Saumur, Angers, Sancerre en Chablis.
Ik blijf nog anderhalve dag in de Auberge en maak er de presentatie over natuurwijn voor de Wijnacademie af. Het heeft wel wat om in de bibliotheek van het oude landhuis te werken, het stortregent en onweert… Ik ben blij dat ik binnen zit. Woensdag is het beter en werk ik op het terras, voordat ik het weet is het zes uur, en is de presentatie af! Tijd voor een ommetje en een aperitief. Ik trakteer mezelf op de 2021 Cuvée Manon van Clos Marie, wel verdiend.
Donderdag ga ik eindelijk bij Domaine La Calmette in Cahors langs. Het ligt niet echt op de route, daarom zijn we er nog niet eerder geweest. Ook vanaf Lauret is het een stuk rijden. Ik neem de weg via Viols le Fort en Saint-Félix de Rodez en kan zo rustig afscheid van de Languedoc nemen.
La Calmette zit in Trespoux-Rassiel (spreek uit: trespoes…) een gehucht ten westen van Cahors. Voordat Maya zich kan vrijmaken om mij de wijngaarden te laten zien, heeft ze werkoverleg met Nicolas. Ook hier is de meeldauwdruk hoog, en bij natuurlijk – preventief – werken is het juiste moment van ingrijpen belangrijk. Maar ze zijn onthand, de tractor is vanochtend stuk gegaan, ze komen ook hier mankracht te kort…. Het is puzzelen wie en wanneer welke wijngaard gaat doen.
Het is een half uurtje rijden naar de wijngaarden en kelder. De wijnstokken staan in overdadig groen, het lijkt alsof ze voor biologisch no-till (niet ploegen of schoffelen) hebben gekozen. Maar Maya excuseert zich, ze hadden het groen om de stok al weg willen hebben. Ze overwegen om het tussen de rijen oppervlakkig te schoffelen of op vijf centimeter af te maaien.
Elke producent maakt zijn eigen afweging voor de ideale begroeiing. De wortels moeten in de bodem (achter) blijven, daar is iedereen het over eens. Het helpt het bodemleven dieper te komen, het belucht de aarde, zorgt voor waterretentie en stabiliteit. Maar met veel regen kun je de planten beter laten staan, bij langdurige droogte juist niet.. Ze mogen sowieso niet te hoog worden, anders wordt de wijnstok niet voldoende geventileerd en heb je meer kans op ziektes. Het valt mij op dat de begroeiing zeer gevarieerd is, een goed teken. De wijnranken zien er met hun glanzend blad en opwaartse groei gezond en krachtig uit. Dat het met de biodiversiteit wel goed zit zie ik even later aan mijn benen: binnen een half uurtje ben ik een stuk of twintig muggenbeten rijker…
Daarna rijden we naar een wijngaard met witte druiven. De bodem in Cahors komt, net zoals in Sancerre, de zuidelijke Champagne en Chablis, uit het Kimmeridge-tijdperk. Hier in Cahors is op veel plekken de moederrots afgedekt met rode aarde, deze bodem is meer geschikt voor rood. De rest is uitstekend voor witte wijn. Nu de vraag naar witte wijn stijgt wordt ook hier meer wit verbouwd. Maya legt uit dat ze in feite nog zoekende zijn naar de ideale druif, Cahors heeft geen historie voor witte wijn. In oude bronnen worden geen witte druivenrassen genoemd. Ze zijn maar weinig tevreden over de uit de Lot afkomstige noual. En over de populaire viognier en chasselas nog minder. Ze zoeken een druif die tegen de hoge temperaturen overdag en lage ’s nachts kan. Ik filosofeer mee en denk aan de autochtone druiven uit de Jura. Waarom geen savagnin? Voorlopig hebben ze gekozen voor sauvignon, chenin en sylvaner en deze op bestaande onderstokken geënt.
In de kelder proeven we de nieuwe jaargang 2022. De witte Résurgences komt van een tweede hands 1200 liter vat uit de Elzas. En is… sous voile gerijpt…Kruidig, licht oxidatief, mooi sap, zacht en vol. Voor de Serpent à Plume gebruiken ze twee cuves: een 100% hele tros vergisting malbec, voor het fruit en de elegantie, de ander een combi van merlot en malbec voor de vulling. Veel jammy-achtig rijp fruit, rond en aards.
De Trespotz, voornamelijk malbec, flatteert door zijn rijpheid en concentratie, in combinatie met zuren en mineraliteit. Naast het rijpe fruit proef je ook bloed…. Maya: ‘dat is typerend voor Cahors en komt door de ijzerhoudende klei waarin sideriet voorkomt (ijzerspaat)’.
De cuvée Vignes Noires munt uit in elegantie. Naast sous-bois heeft hij klein rood fruit, frambozen en viooltjes. Heel intens en toch met veel fraicheur van de Kimmeridge bodem (hier niet bedekt met rode aarde). We eindigen met de Butte Rouge 2020. Een kets van een wijn. Hier wel de ijzerhoudende klei als toplaag. Kruidig, krachtig vol. Très beau! Merci Maya en Nicolas.
Het is al laat, ik heb een hotel in Cahors zelf. Na het halfpension in de landelijk gelegen Auberge, is het is ook weer gezellig om in een stadje te zijn en in een Brasserie te kunnen eten. De volgende dag is het nog steeds drukkend warm, ik heb niet veel puf om de stad te bekijken. Ik ontdek een biologisch supermarktje en koop een paar flessen wijn uit de Lot, de witte wijn van Mas Périé en wat te eten voor de komende dagen.
Dan is het weer een halve dag rijden naar Saumur, ik heb er zaterdag een afspraak met Guillaume van Manoir de la Tête Rouge. Ik logeer bij een B&B, ook een manoir, een landhuis. Er is helaas geen airco, de kamers – op de eerste verdieping onder het dak – zijn behoorlijk warm. Ik ben een beetje teleurgesteld, en ook verhit van de lange rit en het sjouwen met mijn spullen. Gelukkig is – dankzij de ANWB koelbox – mijn wijn wel gekoeld en ik kan even in de tuin zitten. De buren maken een hoop lawaai, het lijkt op een verbouwing. Het tamelijk oncomfortabele Franse terrasstoeltje wiebelt. Het lijkt net of ik een schuiver maak. Ik denk dat het aan mijn eigen onrust en oververhitte hoofd ligt en ga door met lezen. Later op de avond vragen mijn huisgenoten of ik ook de tremblement de terre (aardbeving) heb gevoeld? Aardbeving??? Ik google en zie dat er inderdaad een van 5,8 op de schaal van Richter is geweest. Gelukkig met weinig schade en geen gewonden. ’s Nachts komt er nog een naschok De propriétaire legt uit dat het hier wel vaker voorkomt. We zitten immers op het breukvlak van l’Anjou Armoricain en het Bassin Parisien. Laat dat nou net het thema zijn van de Paulée in Angers, waar ik maandag naar toe ga. Met oude bodems schiste, gneiss en graniet in het noorden (Armoricain) en kalk, zand, zandsteen, tuffeau (kalk) en kalk van schelpen in het Bassin Parisien. Ik zal niet snel vergeten waar de breuklijn ligt…
Wordt vervolgd: met Paulée d’Anjou in Angers, bezoeken in Sancerre en Chablis…