Bijgeproefd op Vinitaly
Begin april goed bijgeproefd (en bijgeleerd…) op megabeurs Vinitaly in Verona, en op twee alternatieve beursjes daaraan voorafgaande. Net als vorig jaar is onze uitvalsbasis Lazise, misschien wel het mooiste van alle mooie dorpjes aan het Gardameer. Het meer (il lago) is sowieso van een tijdloze schoonheid, ook met minder goed weer. Vrijdagmiddag (31 maart) landen we na vertraagde overstap (noodweer) in Frankfurt, vanaf Verona met upgrade-huurauto (grazie, Avis) Ford Kuga op het terras van hotel/restaurant Classique fronte al lago, ons appartement 150m verderop midden in het pittoreske (’s zomers ondraaglijk drukke) centrum. We zien dat in tegenstelling tot alarmerende berichten in de media, het meer nog niet is drooggevallen… Navraag leert dat het peil wel bijna een meter is gezakt…
Zaterdag rijden we naar de Vini Veri in Cerea, 35km ten zuiden van Verona. Het accent ligt op vini naturali, wijnen met weinig of geen toegevoegd sulfiet, op deze beurs alleen écht kleine producenten, de meeste met niet meer dan 5ha. Goed georganiseerd, ruime fabriekshal en smakelijke, simpele, snel op tafel komende lunch… Van ‘onze wijnboeren’ staan er Giuseppe Pedrotti (Dolomiti), Pierlugi Zampaglione (Campania, van fameuze Don Chisciotte) en Valerio Noro (Lazio).
Verder genoeg nieuws maar ook bekends (van vorige edities) te proeven. Handig voor de bezoeker: de tafels/stands zijn per streek ingedeeld. We beginnen bijvoorbeeld met een tiental producenten uit de Marken (Piceno, Castelli di Jesi, Conero etc), binnen een uur er doorheen, geen ontdekkingen maar de interne database is weer bijgewerkt, en achteraf blijkt de eerste van alle (circa 30) geproefde wijnen, eigenlijk de beste. Tevens verreweg de duurste, goed geproefd dus. Later op de dag vinden we fraaie Etna-wijnen (Sicilië) van jong wijnstel, kan interessant worden, we houden u op de hoogte… Eind middag wachten strakblauw meer, frisse lucht, de zon en terras van La Cremeria (waar we ook altijd ontbijten) ons op. Glas spumante Ferrari (Tjits) en Sardijns biertje Ichnusa (Marc), e la vita e bella.
Zondag naar Vinnatur in Gambellara, 25km ten oosten van Verona, beurs bedacht door Angiolino Maule (Veneto), pionier van Italiaanse natuurwijn. Proeverij was voorheen in prachtige, maar steevast te krappe, te onoverzichtelijke Villa Favorita, nu sinds twee jaar wat functioneler en ruimer in de Margraf showroom (enorme hal met marmer) langs de autostrada.
We beginnen bij Giuseppina en Sebastiano de Bartoli(Sicilia). De serie wit 2022 is indrukwekkend. Zo precies, zo intens en zo licht tegelijkertijd. Ook de Pietra Nera (zibibbo van Pantellaria) is prachtig. De frisse pittige mineraliteit geeft samen met de fijne ziltigheid tegenspel aan het muskaatachtige de zibibbo. Bijzonder dat Sebas (begin veertig nu, schatten we) er bij is, hij heeft net een serie chemo’s achter de rug. Het is hem uiteraard wel aan te zien. Dan proeven we het uitgebreide gamma marsala, uiteindelijk de basis van de cantina, mooier kan je ze echt niet krijgen: onze Vigna La Miccia 2018, Vecchio Samperi (onversterkt, eigenlijk de originele marsala!), Marsala Riserva 2009, en de geniale Marsala Vergine Riserva 1988 (gebotteld in 2019) en als uitsmijter Vecchio Samperi Quarantennale (40 jaar oud, met solera systeem gerijpt), kostbare flesjes, maar in de categorie ‘versterkt’ op eenzaam hoog niveau. We kunnen u de prijzen toesturen en bij een volgende zending ze mee laten komen.
Dan naar andere kant van de hal, naar Marino Colleoni van Santa Maria in Montalcino, cultwijnen van een microdomein, natuurwijnen ook, Marino doet geen enkele concessie. Fluwelen, genereuze Brunello di Montalcino 2019 (moet nog gebotteld) en onweerstaanbaar zachtfrisse Bianco Ansonica 2022 (= inzolia uit Sicilië) die we hopelijk eind mei binnen krijgen. We hebben het over de (overal) steeds rijkere stijl van wijnen, Marino zegt dat we onvermijdelijk meer en meer klimaatwijnen krijgen en minder terroirwijnen… Geen fijn vooruitzicht misschien, wel een uitdaging. Onderweg naar Marino nog leuke wijnen ontdekt van nieuw project in Liguria, een van onze favoriete vakantiestreken maar waar we in al die jaren qua wijn (meeste is wit van vermentinu) en al die geproefde wijnen ons geluk niet hebben kunnen vinden. Deze zijn op zijn minst een verademing. Verder hengelen we her en der op intuïtie bij producenten uit Veneto, rood is hier zelden boeiend maar wit en frizzante (denk aan Roari) kunnen interessant zijn. Probleem is dat ze allemaal op dezelfde manier, met schilinweking, worden gemaakt, zo nogal inwisselbaar worden. Mooie frizzantes bij Camillo Donati uit Emilia Romagna, maar deze blijken al in Nederland vertegenwoordigd door zuiverwijnen.nl in Amsterdam. Fijne, authentieke soave’s bij de broers Filippi, al vaker geproefd (en te duur bevonden), toch maar weer een prijslijst vragen…
Maandag gaan we naar Vinitaly zelf, het blijft een speciaal gebeuren…: een lunapark van 14 hallen vol glitter, herrie en wijn... Heel Italië kun je er proeven… Jaarlijkse uitdaging is met de auto naar Verona… waarbij op de ring, soms al ver daarvoor, het verkeer compleet vaststaat, zodat je bumperend de stad in moet naar de fiera. Maar nu wil Lucia onze gastvrouw uit Lazise ons wel brengen, man en zoon gaan er ook naartoe. Een opmerkelijke soepel samenwerkend familieteam: zoon (student in Verona) navigeert op zijn telefoon en instrueert, papa geeft aan waar, wanneer en wie Lucia kan inhalen cq snijden, op welk moment snel slinks in te voegen.. En warempel binnen 35 minuten (normaal het dubbele) staan we voor entrata E, de rustigste. Daarna in de rij voor een espresso, en dan kan het werk beginnen….
Eerst naar the Organic Hall F, helemaal achteraan, melaatsen-wijnen, zo ver mogelijk weg van de klassieke… We hebben een afspraak met, jong Toscaans talent met elk jaar betere wijnen. Zalig haar 2022 Bianco Toscana Zacinta Revi, ongefilterde schoonheid, en de 2020 Rosso Toscana Bulgarelli is al net zo fraai in zijn intense élégance. Ook de vurige Rosato 2022 mag er wezen, net als de montere (lichtrode) Mondeuse.
In de ochtend geen vaste afspraak meer, dus gaan we alsof we op de markt lopen alle (ruim tweehonderd) biotafels af, om her en der bij wat/wie er interessant uitziet, wat te proeven. Zo spotten we net als gister eigenzinnige wijnen uit (het zuiden van) Liguria, ongepolijste natuurwijnen, hoog op smaak, de wijnboer zelf Daniele is een mediterrane versie van Marc Tempé, een zachtmoedige, oprechte hork met praats. En met intense, persoonlijke wijnen. We proeven een hoop wijnen uit Sicilië (aanvulling op het mooie wit van de Bartoli zou leuk zijn), maar hoewel allemaal bio gecertificeerd, zo technisch (geselecteerde gisten) als maar kan, niet ons kopje thee. Opeens zien we een bekend gezicht, ze lijkt te schrikken, wij ook: Alessia van (voorheen) Monte dei Roari! Nadat de azienda in 2021 aan familietwisten ten onder was gegaan, taal noch teken van haar vernomen, terwijl wij meerdere keren contact zochten. Enfin, ze is er nog, en ook nog samen met haar man… Ze wil niets kwijt meer over Roari, ze zijn een nieuw project begonnen maar het lijkt erop dat ze het niet zelf meer voor het zeggen hebben, dat ze onder soort van curatele (van investeerder, van de familie, bank?) staan. Prijzen liggen ook op ander niveau, voor particulieren tussen 14 en 20 euro. We proeven een rits echt gave wijnen. Blijmakend.
Na een treurig droge panino en een sanitaire stop in hal 12, weer terug naar onze afgelegen biohal waar toilet en koffiebarretje ontbreken. Nu naar Cantina de Luca uit Calabria, altijd weer een belevenis. Het hele jaar door loopt het contact via Laura. Maar op Vintaly is de grote baas Vincenzo de Luca er altijd zelf, heeft er moeite mee (denken wij) om met een vrouw, lees Tjits die goed Italiaans spreekt, zaken te doen, zit niet in zijn systeem. Pas als we uitgeproefd zijn, komt hij naar ons toe. Vraagt wat hij met de royale belangstelling van andere Nederlandse importeurs moet, het succes van de Luca-wijnen is kennelijk niet aan ‘collegae‘ voorbijgegaan. We bepalen een strategie en dan moet er het jaarlijkse statieportret worden gemaakt, dit keer zonder Marc, want de fotograaf….
We fietsen nog een reeks Siciliaanse stands af, zelfde verhaal, geen wijnen voor ons. Rest vandaag nog Carpineti, helemaal aan de andere kant (Hal A), flink end cruisen door hallen 12,10, 9, 6, 4, onderweg proeven we nog op algemene stand van Liguria, nuttig voor een volgend bezoek daar. We praten en proeven met zoon Paolo Carpineti die zelf net vader is geworden, hij is bezig het gamma, stijl wijnen beetje bij beetje naar zijn hand te zetten. Papa Marco zelf is bezig met andere klanten, altijd bizar druk op Romeinse blingbling-stand Carpineti… Vergeten we wel eens: de spumantes (Kius, extra brut en een non-dosé) zijn gewoon érg fijne bubbels, toch maar weer wat mee doen. Witte Capolemole 2022 (100% bellone) is molto piacevole , lekker dus, nu al. Ook rode Tufaliccio 2022 behaagt, meer in stijl die Paolo nastreeft, voor een wat jonger publiek, veel fruit, zachte tannines. Hij laat ook (dure, dat ook nog) oude stijl houtopgevoede rossi proeven, Dithyrambus 2017 en Apolina 2017, niet ons ding, ook niet van Paolo… Dan terug haasten naar entrata E waar om 17.00 uur 100m onze chauffeur Lucia wacht om ons en gezin binnen een half uur weer in Lazise te racen.
Dinsdag, 2e dag Vinitaly. Dit keer zelf met de auto… De dinsdag op de beurs is altijd veel rustiger dan de maandag, we wagen het er op, wel pas na de spits vertrekken natuurlijk. Gaat goed en vlot, alleen naar de vierde verdieping van naargeestige betonnen parkeergarage met nauwe en steile banen omhoog/omlaag is geen pretje met onze dikke Ford. We gaan direct naar hal 2 Umbria om vader Omero en dochter Giusy Moretti te zien. Ook hier botsen generaties, waarbij conservatieve papa niets van natuurwijnen of wit met schilinweking wil weten, terwijl Giusy bekent die thuis met vrienden juist wel altijd drinkt… De witte wijnen (Grechetto en Montefalco Bianco) zijn dus vooralsnog saai en technisch, bij rood speelt dat allemaal minder een rol en blijven hun Terre di Giano Cigliegiolo en Montefalco Rosso heerlijk stoere, oprechte wijnen.
We ontwaren in dezelfde hal de overkoepelende stand van Cerasuolo di Vittoria waar in theorie de beste rode wijnen van Sicilië vandaan komen (ja, ja ook van de Etna natuurlijk), een vriendelijke jonge sommelier laat ons er een twintigtal proeven, meeste niet-bio, en de beste – die van Cos en Occhipinti -staan er niet bij. We worden er niet warm of koud van. Vooruit, in een andere hal nog een Siciliaan op het program, ooit (2001?) bezocht, hij had nu zelf om afspraak gevraagd. De etiketten komen me bekend voor, en ja hoor, wijnen, althans sommige uit het gamma worden al in Nederland geïmporteerd. Niet kies van zo’n wijnboer om stiekem nog een importeur te zoeken. Hij knikt besmuikt maar lijkt niet echt overtuigd.
Laatste vaste afspraak is met Gabriele Buondonno in het Chianti-paviljoen, die daar alleen vandaag aanwezig is. Geen eigen stand voor het eerst in twintig jaar. Hij is opgelucht, zo hoeft hij niet alle dagen er te zijn, scheelt een hoop energie. En geld. Hij vertelt dat dochter Martha nu op het terrein tussen de wijnranken en olijfbomen ‘s zomers een mini-camping (15 plaatsen) exploiteert, alle dagen feest, gemoedelijke hippiesfeer, gitaarmuziek, de jaren zestig herleven, er komt ook nog een foodtruck bij. Jongste dochter Annemaria die in Amsterdam heeft gestudeerd werkt nu bij de E.U. in Brussel, en fortunamente gaat zoon Enrico het wijnbedrijf van Gabri – van onze generatie- overnemen. Dan de wijnen: zowel de Rosso Toscana als de Chianti Classico hebben in 2021 (warm jaar hier) nog iets stugs, het fruit is mooi rijp, de zuren en tannines hebben nog een jaartje nodig. Wel helemaal open: de fraaie, aristocratische Chianti Classico Riserva 2020, wat van mee bestellen volgende keer.
Dan nog twee ‘moetjes’, de grote biospelers Fasoli en Pizzolato natuurlijk ook even gedag zeggen, mee bijpraten, we kennen elkaar al zo lang, Tjits neemt het op zich…, Marc gaat naar hal Sardinië. Op de algemene stand staan lokale sommeliers die dienstbaar en met kennis van zaken de wijnen schenken, men vraagt, wij draaien… Ik (MC) vraag om biologische c.q. artisanale wijnen, de beste man kijkt moeilijk: die zijn er op Sardegna niet zo veel, en die er zijn, staan niet hier. Toch – we hebben momenteel geen Sardijnse wijnen – proef ik een stuk of 15 vermentino’s. Alle met gistcellen, vaak wat restzoet, aangezuurd, soms ook nog met (on)nodige sulfiet. Niet per se slecht, maar simpel en allemaal min of meer hetzelfde, ik moet denken aan song The Load Out van Jackson Browne: ‘at the end all towns look the same’… Sommelier is het met me eens: het zijn technische wijnen, pleasers voor de toeristen en export, gemaakt door oenologen van het vasteland. Dettori is de enige die échte vermentino maakt… Klopt, maar niet elk jaar even geslaagd.
Woensdagochtend – het is ongewoon koud – nog even Bardolino – waar we in het verleden ook vaak verbleven – aantikken en de traditionele tulipani aan de lungolago bewonderen. En dan moe maar voldaan: op naar het vliegveld, naar huis.