Umbrië, het groene, middelhoge (tot 1200 m) binnenland, tussen Florence en Rome, grenzend aan Toscane, Lazio en de Marken. Ondanks pelgrimsoord Assisi en het bij vakantiegangers zo geliefde Lago Trasimeno een relatief onbekende regio (behalve van aardbevingen), minder hoogdravend, minder chique dan Toscane, zeker wat wijnen betreft. Wandelen, vooruit fietsen kan ook, een must. Een hele dag over eeuwenoude pelgrimspaden lopen van het ene mooie dorpje naar het volgende, nog mooiere, nóg oudere stadje. Marc deed dat in 2014, van Bologna lopend naar Rome…. Denk aan Spelllo, Montefalco, Spoleto, Gubbio, Rieti. Overal: Franciscaanse kloosters….. Grootste stad: Perugia. De keuken is er een van het binnenland, boers en eerlijk. Harde schapenkazen, paddenstoelen (truffels in overvloed, eekhoorntjesbrood) spelt, pasta (strangozzi!), dikke soepen, veel olijfolie, begeleid door eigen stevige, vaak boertig aardse wijnen. De beste komen uit de omgeving van het vestingstadje Montefalco (ga eten bij Ristorante alla Via di Mezzo da Giorgione): Montefalco Rosso van voornamelijk sangiovese en sagrantino (+ zeldzame bianco van grechetto) en de puissant rijke Sagrantino di Montefalco (100% sagrantino), ook in passito versie. Ook steeds betere streekwijnen (IGT) Umbria Rosso, Umbria Bianco waarvoor de regels ruimer zijn en waarbij naast internationale druiven als merlot (doet het aardig hier) er plaats is voor autochtone als ciliegiolo (fijn druifje!), grechetto, trebbiano spoletino, malvasia lunga. Meest bekende wit komt uit Orvieto, maar boeit zelden…